Ik moet kiezen. Er gaan leuke dingen sneuvelen. Toen ik eind vorige week in mijn taaklast keek, bleek ik voor de komende periode 426 uur aan activiteiten ingepland te hebben staan. Een snelle rekensom leert mij dat er nog bijna 100 uur ontbreekt, terwijl ik met mijn aanstelling van 80%, maar 332 uur te besteden heb.
Nu ben ik niet vies van een beetje overwerk, maar het is deze keer echt te veel. Het komt neer op bijna 200 uur aan overwerk, die waarschijnlijk wel uitbetaald zouden worden, maar vol is vol. Schrappen dus. Maar het probleem is: er staan een heleboel leuke activiteiten in die taaklast, zoals stagebezoeken aan tweedejaars studenten en een cursus Business English die ik mag volgen. Er zullen dus van die leuke activiteiten dingen moeten gaan sneuvelen, want het primaire proces moet doorgang vinden. Dat wordt dus nog een akelig karwei.
Een taaklastsysteem was overigens volkomen nieuw voor mij toen ik voor de HvA ging werken. Ik was gewend om zelf urenbriefjes te moeten invullen, en iedereen die dat ook gedaan heeft, weet dat dat altijd een vervelend karweitje is aan het eind van de maand. Bovendien loop je, wanneer je karakter vergelijkbaar is met dat van mij, makkelijk tegen overuren aan. Daarbij komt dat ik niet altijd even goed inzichtelijk maakte wat ik precies deed voor mijn bedrijf, en de uren nogal laag inschatte.
Zo’n taaklastsysteem neemt je voor een groot deel die inspanning uit handen: ieder uur les die je geeft, wordt volgens een geheimzinnige rekensom omgezet in een aantal uren taaklast. Dat is dan inclusief voorbereidingstijd. En zo wordt het systeem gevuld, en wordt inzichtelijk hoeveel je eigenlijk doet voor de organisatie.
Voorwaarde is dan wel dat er iemand op de rem trapt wanneer je teveel uren draait. Natuurlijk kun je dat altijd zelf doen, maar omdat je niet altijd (directe) controle hebt over de taken die je toegeschoven krijgt, wil dat nog wel eens uit de hand lopen. Dat is nu gebeurd, dus nu kan het grote schrappen beginnen.